Нидерландский шутя. 150 анекдотов для начального чтения
Шрифт:
Glimlachend tikt de leraar geschiedenis op zijn lessenaar en spreekt de totaal onge"interesseerde klas toe:
– Wanneer de jongelui op de achterste banken net zo rustig waren als de jongelui op de middelste banken, die stripboeken zitten te lezen, zouden de jongelui hier vooraan tenminste ongestoord verder kunnen slapen!
Ali Baba
(Али-Баба)
Er komt een man bij de balie van de belastingdienst (подходит мужчина к стойке в налоговой инспекции; belasting – нагрузка, загрузка; обложение,
– Ik zou graag Ali willen spreken (я бы хотел поговорить с Али; graag – охотно, с удовольствием).
De medewerker van de belastingdienst zegt (служащий налоговой службы говорит):
– Ali, welke Ali (Али, какой/который Али)?
Waarop de man zegt (на что мужчина говорит):
– Ali-Baba wil ik spreken en snel (с Али-Бабой я хочу говорить, и быстро = срочно)!
De medewerker van de belastingdienst antwoordt korzelig (сотрудник налоговой службы отвечает раздраженно):
– Er werkt hier geen Ali-Baba (здесь не работает никакой Али-Баба).
Waarop de man antwoordt (на что мужчина отвечает):
– Dan wil ik graag 'e'en van de andere veertig rovers spreken (тогда я хотел бы с одним из других сорока разбойников поговорить: «хочу я с удовольствием…»)!
Er komt een man bij de balie van de belastingdienst.
– Ik zou graag Ali willen spreken.
De medewerker van de belastingdienst zegt:
– Ali, welke Ali?
Waarop de man zegt:
– Ali-Baba wil ik spreken en snel!
De medewerker van de belastingdienst antwoordt korzelig:
– Er werkt hier geen Ali-Baba.
Waarop de man antwoordt:
– Dan wil ik graag 'e'en van de andere veertig rovers spreken!
Monniken
(Монахи)
Drie boeddhistische monniken leven teruggetrokken (три монаха-буддиста живут уединенно; terugtrekken – повертывать назад, отступать; уединяться; terug – назад; trekken – тянуть, тащить) op een berg (на горе). Na vier jaar is er eindelijk een van hen die het woord neemt (спустя четыре года один из них, наконец-то, заговорил: «после четырех лет есть, наконец-то, один из них, кто слово берет»):
– Heb je dat mooie zwarte paard gezien (ты видел ту красивую черную лошадь) dat voorbij galoppeerde (что мимо пронеслась галопом)?
Drie jaar later zegt de tweede monnik (три года спустя говорит второй монах):
– Het was een wit paard (это была белая лошадь)!
Tien jaar later staat de derde monnik op en zegt (десять лет спустя встает третий монах и говорит):
– Als jullie twee"en blijven kibbelen (если вы двое продолжаете спорить = будете продолжать спорить; kibbelen – спорить/перебраниваться из-за пустяков), ben ik weg (я ушел = ухожу: «я прочь»)!
Drie boeddhistische monniken leven teruggetrokken op een berg. Na vier jaar is er eindelijk een van hen die het woord neemt:
– Heb je dat mooie zwarte paard gezien dat voorbij galoppeerde?
Drie jaar later zegt de tweede monnik:
– Het was een wit paard!
Tien jaar later staat de derde monnik op en zegt:
– Als jullie twee"en blijven kibbelen, ben ik weg!
Euro
(Евро)
Komt een vader op het gemeentehuis (приходит
отец в ратушу; gemeente – община; муниципалитет; /церковный/ приход) en wil zijn pasgeboren zoon aanmelden (и хочет своего недавно родившегося сына записать: «заявить»; pas – только что, как раз; geboren zijn/worden – родиться). De bediende vraagt hoe hij heten zal (служащий спрашивает, как он называться будет = как его будут звать).– Euro, – zegt de vader (Евро, говорит отец).
– Die naam komt niet in mijn lijst met mogelijke namen voor (то имя не находится в моем списке с возможными именами; voorkomen – случаться, происходить; встречаться, упоминаться, значиться), en bovendien is Euro de benaming van geld (и, кроме того, евро является наименованием денег).
– Dat is raar (это странно), – zegt de vader (говорит отец). – Met mijn twee vorige zonen heb ik helemaal geen problemen gehad (с моими двумя предыдущими сыновьями я вовсе не имел проблем).
– Hoe noemen ze dan (как зовут их тогда = и как же их зовут)? – vraagt de bediende (спрашивает служащий).
– Mark en Frank! – zegt de vader.
Komt een vader op het gemeentehuis en wil zijn pasgeboren zoon aanmelden. De bediende vraagt hoe hij heten zal.
– Euro, – zegt de vader.
– Die naam komt niet in mijn lijst met mogelijke namen voor en bovendien is Euro de benaming van geld.
– Dat is raar, – zegt de vader. – Met mijn twee vorige zonen heb ik helemaal geen problemen gehad.
– Hoe noemen ze dan? – vraagt de bediende.
– Mark en Frank! – zegt de vader.
Onduidelijk
(Нечетко)
Tijdens een proefwerk (во время контрольной работы) betrapt de leraar Joris herhaaldelijk op spieken (ловит учитель Йориса постоянно на списывании; betrappen – поймать, застать; уличить /ор – в/; herhaaldelijk – неоднократно; spieken – /школ./ сдувать, сдирать, списывать). Hij buldert (он кричит; bulderen – грохотать /об орудии/; бушевать /о шторме/; греметь /о голосе/):
– Dat is nu al voor de derde keer dat ik je naar andermans blad zie kijken (это теперь уже в третий раз, что я тебя в чужой листок вижу смотреть = что я тебя вижу смотрящим в чужую тетрадь)!
– Ik kan er niets aan doen, meester (я ничего с этим не могу поделать, учитель), hij schrijft zo onduidelijk (он пишет так нечетко/неразборчиво; schrijven – писать; duidelijk – ясный, понятный; четкий; duiden – толковать, объяснять; указывать /ор – на/)!